Van onzekerheid naar kracht: het verhaal van Allard
In de zomer van 2022 kreeg Allard te horen dat hij met twee soorten kanker geconfronteerd werd. “Eén was te behandelen en is inmiddels weg, de andere wordt door medicatie chronisch gehouden,” vertelt hij. “Die zomer en het najaar stonden mijn leven stil en op z’n kop. Het deed wat met me, omdat mijn fundament en mijn geloof werden aangevochten.” Het voelde alsof alles instortte en zijn wereld compleet op z’n kop werd gezet. “Leef ik nog over vijf, acht, tien jaar? Ik weet het niet. God weet het!” voegt hij eraan toe.

Verlatenheid en intense eenzaamheid
“Het leek alsof er niets meer was dan die vreselijke ziekte die kanker heet,” herinnert hij zich. “Concentreren op iets anders was onmogelijk, laat staan lezen. Ook mijn werk moest ik laten liggen.” Veel mensen adviseerden hem positief te denken, maar dat werkte niet voor hem. “Ja, lekker dan,” zegt hij met een glimlach. “Opzouten iedereen. Weg ermee. Contact zoeken met mensen? Het lukte gewoon niet.” Het gevoel van leegte en verlatenheid nam hem volledig in beslag. “Het was zo intens dat ik begon te verlangen naar een ander leven. Ik bespaar je de details, maar ik kan zeggen: het was zwaar en donker.” Kanker raakt niet alleen cellen, benadrukt Allard, maar je hele wezen. “Het raakt je emoties, je hoop. En wat nog moeilijker is, dat alles ook impact heeft op mijn geliefden – mijn vrouw en mijn kinderen. Het is pijn die je met lede ogen moet aanzien,” zegt hij.
Mentale belasting en depressieve gevoelens
Allard werkt als projectleider bij Isala, technische dienst. Maar de mentale druk werd te zwaar. “Ik begon weg te zakken in depressieve gevoelens,” zegt hij. “Ik zat echt in de knoop met mezelf en had veel invloed op mijn gezin.” Langer worstelde hij met een minderwaardigheidscomplex. “Het was alsof alles instortte,” vult hij aan. Hij voelde zich steeds minder waard, dacht dat hij niks goed deed en dat hij niet de moeite waard was. Het domino-effect zette door, en uiteindelijk werd hij door de GGZ doorverwezen naar de Hezenberg.
De zoektocht naar hulp
Toen Allard bij de Hezenberg kwam, ervoer hij dat als een grote opluchting. “Eindelijk een plek waar ik hulp kon krijgen,” zegt hij. Maar de eerste vier weken waren heel zwaar. “Thuis kon ik niet loslaten, ik maakte me zorgen om mijn vrouw en onze relatie. Pas na vier weken kon ik tegen mezelf zeggen: ‘Ik stop met zorgen maken over thuis,’ en besloot ik aan mezelf te werken.”
De periode bij de Hezenberg voelde voor hem als een warm bad. “Het voelde als thuiskomen,” vertelt hij. “De professionals stonden altijd klaar, hadden geduld en luisterden echt. Het was overweldigend, maar ook enorm helpend.” Vooral ACT (Acceptance en Commitment Therapy) en beeldende therapie brachten hem veel. “De beeldende therapie was voor mij echt een doorbraak,” zegt hij. “Het prikte dwars door mijn muren heen. Ik kon helemaal mezelf zijn. Het was de spiegel die ik nodig had.”
Inzicht en heling
Tijdens de therapie kwam een belangrijk inzicht: het minderwaardigheidscomplex dat hij al zo lang meedroeg, kon hij ‘uitzetten’. “Het ging over dat kleine jongetje van zes jaar dat ik was, dat slecht kon rekenen en zich niet goed voelde,” legt hij uit. “De tip was: praat tegen dat jongetje, neem hem mee in alles wat je doet. Op een gegeven moment kon ik mezelf complimenten geven alsof ik dat jongetje was. Dat verraste me enorm. Het gaf me ruimte in mijn hoofd, de kritische stem werd stiller.”
De groep was voor hem ook heel waardevol. “Ik zag herkenning bij anderen, en ik heb ook hen kunnen helpen door te luisteren en een knuffel te geven wanneer dat nodig was,” vertelt hij. “Hezenberg was echt een doorbraak voor mij. Het was een groeiproces, en ik zag dat ik stap voor stap vooruitging.”
Vertrouwen en toekomst
Aan het einde van het traject voelde Allard zich gespannen om weer naar huis te gaan, maar hij wist dat dat normaal was. “Het voelde alsof er een nieuwe spiraal omhoog begon,” zegt hij. “Ik zie nu met meer vertrouwen de toekomst tegemoet. Ik voel me goed, mentaal sterk, en ik durf voor mezelf op te komen.”
Na de therapie blijft hij bezig met zijn herstel. Hij heeft vervolggesprekken gehad en zoekt nog naar een plek voor verdere beeldende therapie. “De negatieve gedachten kan ik nu pareren en ik heb veel rust gevonden,” zegt hij. “Wisselvalligheden blijven, maar ik weet nu hoe ik mezelf weer kan herpakken.”
Allard citeert uit het lied “Heel ons leven” van J. Kramer/M.Bakker en leest daarvan enkele regels voor:
Heel ons leven is geweven als een kostbaar levenswerk,
diepe dalen maken dat kleed zo sterk.
Alle dagen, alle uren, houdt de Vader in Zijn Hand,
en geeft Hij ons richting op onze reis door het land.
Als we vallen of verdwalen, neemt de Heer ons bij de Hand,
over bergen en door dalen brengt Hij ons in het Vaderland.