Behandelrichtlijn GIT-PD uitgelegd

Behandelrichtlijn GIT-PD

GIT-PD staat voor Guideline-Informed Treatment for Personality Disorders en is een behandelrichtlijn voor mensen met persoonlijkheidsstoornissen, waarbij de kenmerken van verschillende bewezen effectieve behandelingen worden gecombineerd. Deze behandelmethode is ontwikkeld door het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen.

Zelf verantwoordelijkheid nemen

Volgens de GIT-PD richtlijnen is het erg belangrijk dat er met de patiënt wordt samengewerkt, en dat de patiënt wordt aangemoedigd om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Voordat iemand start met een klinisch traject bij Hezenberg GGZ vindt er eerst een gesprek plaats waarin de diagnoses worden besproken en gezamenlijk behandeldoelen worden opgesteld. Daarnaast wordt er tijdens de opname samen met de patiënt, behandelaar en regiebehandelaar met vaste regelmaat geëvalueerd.

Actieve betrokkenheid

Wat de GIT-PD eveneens kenmerkt is een therapeutische houding waarbij empathie, validering, transparantie, actieve betrokkenheid en een onderzoekende houding hoog in het vaandel staan, net als het bieden van structuur en voorspelbaarheid en het betrekken van naasten tijdens de behandeling. 

Hoe ziet een behandeling bij Hezenberg GGZ eruit?

Voor de behandeling komt de patiënt naar de locatie van Hezenberg GGZ in Hattem. Bij Hezenberg wordt er gewerkt met drie verschillende zorgpaden. Op basis van de indicatie wordt de patiënt op een specifiek zorgpad ingedeeld. De aanpak bestaat uit een psychotherapeutisch traject van 12 of 16 weken. Uit onderzoek van het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen blijkt dat deze aanpak heel effectief blijkt bij cluster C-persoonlijkheidsstoornissen. Het klinische behandelprogramma binnen de Hezenberg bestaat uit diverse groepstherapieën en individuele gesprekken waarbinnen gewerkt wordt met de GIT-PD. De diverse onderdelen vullen elkaar aan en versterken elkaar.

De patiënt doorloopt drie fases

  • Fase C 

Deze fase bestaat uit stabiliseren, structureren, kennismaken met groepsgenoten en behandelaren en het eigen maken van de werkwijze van de Hezenberg. Ook wordt het signaleringsplan opgesteld.

  • Fase B 

Deze fase bestaat uit het inzicht krijgen in patronen en in standhoudende factoren.  In zorgpad 1 en 2 ligt de nadruk op het doorbreken van de onderliggende destructieve patronen, het ontwikkelen van nieuw gedrag en verbeteren van de relatie van patiënt met zichzelf en anderen. In zorgpad 3 is de focus van de behandeling het vinden van de balans tussen draagkracht en draaglast en het leren kennen van grenzen.

  • Fase A 

Deze fase richt zich op hoe het geleerde in de thuissituatie vorm kan krijgen. Er wordt een terugvalpreventieplan gemaakt en besproken welke hulpvragen er nog zijn om met de ambulante behandelaar verder aan te werken.

Warme overdracht

Na de klinische behandeling zorgt Hezenberg GGZ voor een warme overdracht. Zo kunt u – of de behandelaar in kwestie- de ambulante behandeling zo effectief mogelijk vervolgen. Om enerzijds het geleerde te verstevigen en anderzijds verdere stappen in het herstelproces van de patiënt te zetten.